Twee PGS-publicaties over LPG geactualiseerd

8 januari 2014

PGS 18 ‘LPG: Depots’ en PGS 23 ‘LPG: vulstations voor flessen en ballonvaarttanks’ zijn geactualiseerd en op 11 december jl. officieel gelanceerd. Ze werden door Piet-Hein Daverveldt, directeur van NEN uitgereikt aan twee vertegenwoordigers van de overheid: Peter Torbijn (directeur Veiligheid en Risico's bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu) en Jan van den Heuvel van DCMR Milieudienst Rijnmond. De publicaties zijn beschikbaar op de website.

PGS 18
Deze geactualiseerde richtlijn bevat voorschriften om bij de aflevering van LPG aan voer- en vaartuigen veiligheids- en milieuvriendelijke-aspecten te borgen en vereenvoudigt de procedures ten behoeve van vergunningverlening op het gebied van de bouw, beheer en onderhoud van LPG-depots.

De eisen waaraan de opslag van propaan moet voldoen zijn feitelijk  op te delen in drie deelgebieden, te weten de technische integriteit, bedrijfsvoering en ruimtelijke context. Deze drie deelgebieden zijn herkenbaar terug te vinden in deze publicatie.

Bovendien is in deze nieuwe versie bij het beoordelen van de constructie van reservoirs en hun toebehoren een onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe tanks.

Deze versie vervangt PGS 18: ‘Distributiedepots voor LPG’ PGS 18:1991 versie 0.1 (2-2009).

Veranderingen PGS 18 t.o.v. de voorgaande versie

  • Voor de interne veiligheidsafstanden (vereiste minimale afstanden) zijn voor een gevelbrand, een plasbrand en een fakkelbrand voor 10 en 35 kW/m2 grafieken opgesteld, gebaseerd op recent onderzoek van RIVM;
  • de productinformatie met chemische en fysische eigenschappen van LPG zijn niet meer opgenomen, er is verwezen naar een publicatie hierover van de SDU;

Naar aanleiding van het advies van de AGS met betrekking tot LPG/propaan is in de zomer van 2007 een onderzoek uitgevoerd, getiteld: "Bedrijfsvoering LPG- en installaties - is wet- en regelgeving toereikend?". Uit het onderzoek is niet gebleken dat wet- en regelgeving op essentiële onderdelen tekortschiet daar waar het gaat om het waarborgen van een veilige bedrijfsvoering. Wel is geconcludeerd, dat in een aantal PGS-richtlijnen detailonderwerpen ontbreken.

  • De aanbevelingen die voor deze ontbrekende onderwerpen zijn gedaan, zijn bij de herziening van deze richtlijn meegenomen;
  • Bij het beoordelen van de constructie van reservoirs en hun toebehoren is er een onderscheid gemaakt tussen bestaande en nieuwe tanks;
  • de keuringsnormen NEN-EN 12817 ’’LPG-uitrusting en toebehoren - Keuring en herkeuring van opslagtanks voor LPG met een capaciteit tot en met 13 m³’’ en NEN-EN 12819 voor tanks groter dan 13 m³ zijn opgenomen;
  • voor keuring en herkeuring wordt verwezen naar NPR 2578;
  • de voorschriften voor de elektrische installaties zijn drastisch herzien, er is verwezen naar de bestaande normen hiervoor waardoor de tekst sterk is geslonken;

Ga direct naar PGS 18

 

PGS 23
Deze herziene publicatie gaat in op de gevaaraspecten van LPG en geeft voorschriften en maatregelen voor een veilige inrichting en gebruik van vulstations, inclusief reservoirs, flessen en leidingsystemen.

Net als in PGS 18 is de opslag en gebruik van propaan op te delen in drie deelgebieden, te weten de technische integriteit, bedrijfsvoering en ruimtelijke context.

Behalve op technische maatregelen wordt in deze richtlijn tevens ingegaan op technisch-organisatorische maatregelen zoals vulprocedures en opleiding.

Deze richtlijn vervangt de vorige versie PGS 23: ‘propaan’ PGS 23:1994 versie 0.1 (2-2009).

Veranderingen in PGS 23 ten opzichte van de voorgaande versie

  • Voor de interne veiligheidsafstanden (vereiste minimale afstanden) zijn voor een gevelbrand, een plasbrand en een fakkelbrand voor 10 en 35 kW/m2 grafieken opgesteld, gebaseerd op recent onderzoek van RIVM;
  • de productinformatie met chemische en fysische eigenschappen van LPG zijn niet meer opgenomen, er is verwezen naar een publicatie hierover van de SDU;
  • de aanbevelingen naar aanleiding van het advies van de AGS met betrekking tot LPG/propaan "Bedrijfsvoering LPG- en installaties - is wet- en regelgeving toereikend?" zijn bij de herziening van deze richtlijn meegenomen;
  • de indeling en het toepassingsgebied van deze nieuwe PGS 23 wijkt sterk af van de huidige. De indeling in vier vulstations (Type A, B, C en D) is verlaten. Daarvoor in de plaats is gekozen voor een indeling in drie typen;
  • vulinrichtingen voor ballonvaarttanks zijn in deze publicatie opgenomen waarmee is voldaan aan de vraag voor algemene richtlijnen voor deze bedrijfstak;
  • er is in deze publicatie gekozen voor het weglaten van de eisen voor de constructie van reservoirs, leidingen en toebehoren. Daarvoor wordt verwezen naar PGS 19, of indien de vulinrichting deel uitmaakt van een depot zoals beschreven in PGS 18 dient deze laatste PGS te worden gebruikt;
  • voor keuring en herkeuring van de vulinstallatie wordt verwezen naar NPR 2578;
  • de voorschriften voor de elektrische installaties zijn drastisch herzien, er is verwezen naar de bestaande normen hiervoor waardoor de tekst sterk is geslonken.

Ga direct naar PGS 23