PGS-richtlijn 33-1 voor LNG vulstations voor wegverkeer gereed

26 June 2013



In deze nieuwe PGS 33-1 "LNG vulstations" zijn richtlijnen opgenomen voor het ontwerpen, bouwen, en functioneren van LNG vulstations. Hieronder vallen onder meer de ontwerpeisen die worden gesteld aan de installatie, de toegepaste componenten en de gebruiksomstandigheden. Daarnaast zijn interne en externe risico's en veiligheidafstanden belangrijk. Ook de bevoorrading en de daarbij behorende procedures zijn beschreven.

Deze PGS zal als richtlijn worden toegepast door marktpartijen, vergunningverleners en toezichthouders en kan daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan het uitrollen van een (inter)nationaal LNG netwerk. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het behalen van de (inter)nationale duurzaamheidsdoelstelling.

Om dit te bestendigen zal op 10 juli het eerste exemplaar symbolisch aan minister Kamp van Economische Zaken worden uitgereikt tijdens de bijeenkomst in Rotterdam ter bekrachtiging van de LNG Green Deal overeenkomst die een jaar geleden is gesloten. Tegelijkertijd zal staatssecretaris Mansveld in Tilburg een nieuw LNG station openen.

Deze nieuwe PGS-richtlijn is opgesteld door experts uit het bedrijfsleven (VNO-NCW, MKB Nederland), en overheden (brandweer, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en Arbeidsinspectie) en is afgelopen week door de PGS-programmaraad vastgesteld en is nu gepubliceerd en digitaal beschikbaar.

Vloeibaar gemaakt aardgas, Liquified Natural Gas (LNG), is een sterk opkomende brandstof voor de transportsector (zowel wegvervoer als binnenvaart) aangezien LNG een hoge energiedichtheid heeft en relatief lagere uitstoot aan luchtvervuilende stoffen. Ook in de ons omringende landen is LNG als transportbrandstof aan een opmars bezig.

Deze Nederlandse PGS richtlijn zal mede als basis dienen voor het komen tot Europese afspraken. De techniek van vulstations was reeds beschikbaar en de voertuigen/vaartuigen worden steeds meer leverbaar. Echter waren in Nederland tot op heden geen formele richtlijnen voor het ontwerpen, realiseren en beheren van LNG vulstations.

Ondertussen wordt door de betrokken private en publieke partijen gewerkt aan PGS 33-2 waarin aanvullende richtlijnen voor LNG bunkerstations worden vastgelegd.

De Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS) heeft een grote waarde bij het vergroten van de veiligheid bij opslag van gevaarlijke stoffen. In PGS zijn verschillende aspecten van veiligheid verenigd, te weten: arbeidsveiligheid, brandveiligheid, milieuveiligheid en transportveiligheid. Dit is zeer praktisch. Er wordt dan ook veelvuldig gebruikt gemaakt van de publicaties door bedrijven die gevaarlijke stoffen produceren, transporteren, opslaan of gebruiken en door overheden die zijn belast met de vergunningverlening en het toezicht op deze bedrijven. Daarnaast wordt de reeks gebruikt door installateurs, adviesbureaus, onderzoekbureaus, ontwerpers en brandweer.

De reeks (eerst CPR) werd voorheen door het ministerie van VROM opgesteld en uitgegeven, maar dat is veranderd. In het kader van decentralisatie heeft de Rijksoverheid deze opdracht neergelegd bij een beheerorganisatie bestaande uit bedrijfsleven en overheden. De PGS-beheerorganisatie is sinds 2009 verantwoordelijk voor het onderhouden en aanvullen van de reeks. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu stelt, namens de Rijksoverheid, voor deze opdracht een budget beschikbaar.

De PGS-programmaraad is inhoudelijk en financieel verantwoordelijk voor de reeks. In de raad zitten vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven (VNO-NCW, MKB Nederland), en overheden (brandweer, provincies (IPO), gemeenten (VNG) en Arbeidsinspectie).

Bij het opstellen van een nieuwe PGS-publicatie zijn alle belanghebbenden voor een bepaald onderwerp betrokken. De grootste kracht is dat de PGS-beheerorganisatie hierbij een intermediair is tussen overheid en bedrijfsleven en tussen Rijksoverheid en provincies en gemeenten. De nieuwe PGS biedt vervolgens een handreiking voor bedrijven om binnen het kader van de wetgeving te voldoen aan de laatste stand der techniek. De voorschriften in de PGS bieden als het ware een vertaling van de wetgeving naar de praktijk.

Deze zelfde PGS wordt ook gebruikt bij het vergunnen van een inrichting. Gemeentes, provinciën, of tegenwoordig Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) nemen voorschriften over om deze in vergunningen op te nemen. Het bedrijfsleven en de overheden zijn het immers al eens over deze voorschriften. Zonder PGS kan dat een veel moeizamer en langduriger proces zijn, waar bedrijf en bevoegd gezag lange discussies kunnen hebben over de stand der techniek en moeite hebben de juiste expertise te vinden. Bovendien ontstaan er grote verschillen in het land in de eisen die in de vergunning worden opgenomen.

Op haar beurt kan de Rijksoverheid verwijzen naar PGS vanuit wetgeving (bijvoorbeeld bij het Activiteitenbesluit). Pas als de vergunningverlener of de Rijksoverheid PGS voorschriften overneemt of ernaar verwijst krijgen deze een wettelijk karakter. Zo werd eerder voor gecomprimeerd aardgas de PGS 25 (aardgas-afleverinstallaties voor motorvoertuigen) vastgesteld en deze is ondertussen ook aangewezen als BBT-document.

Klik hier om direct naar PGS 33 te gaan

Bekijk compleet overig nieuws archief