Een opslag van minder dan 10 ton uitsluitend onbrandbare en niet brandonderhoudende stoffen ADR-klasse 8 verpakkingsgroep II en III zonder bijkomend gevaar en/of ADR-klasse 9 vindt plaats een grotere ruimte. In deze grotere ruimte vindt een opslag van koopmansgoederen plaats. Mag dit? Moet de hoeveelheid koopmansgoederen worden meegeteld met de totale hoeveelheid (tot 10 ton)?
Volgens vs. 3.2.4 mag er in een inpandige voorziening ten hoogste 10 ton onbrandbare en/of niet brandonderhoudende verpakte stoffen van uitsluitend ADR-klasse 8, verpakkingsgroep II of III zonder bijkomend gevaar en/of ADR-klasse 9 worden opgeslagen.
Als er uitsluitend deze stoffen worden opgeslagen, dan gelden er geen WBDBO eisen aan een opslagvoorziening (vs. 3.2.11). Deze opslagvoorziening mag in een deel van een grotere ruimte worden gelegen zonder dat er een brandwerende scheiding is. Daarbij geldt alsnog dat:
- Het gedeelte waar opslag plaatsvindt, alleen voor de opslag van die stoffen mag worden benut.
- Dit duidelijk moet zijn aangegeven met gevaarspictogrammen.
- Onverkort de eisen gelden zoals productopvang, onverenigbare combinaties en (voor zover van toepassing) de andere eisen zoals geformuleerd in de paragrafen van hoofdstuk 3.
Volgens voorschrift 3.2.13 moet er bij deze opslagvoorziening een vrije ruimte van 2 meter worden aangehouden tot andere activiteiten. Deze afstand is duidelijk zichtbaar op de vloer aangegeven.
Zie ook: ADR klasse 8 vg II en III
In het overige deel van de ruimte mogen andere activiteiten of opslag plaatsvinden. Deze vallen niet onder PGS 15. Er mag dus ook opslag van koopmansgoederen plaats vinden. De hoeveelheid ervan hoeft niet opgeteld te worden bij de hoeveelheid gevaarlijke stoffen, omdat ze worden opgeslagen buiten de opslagvoorziening.